Vervolg van het artikel over de verbindingsdienst van het Nederlandse leger.
Verbindingen met kortegolf radio:
We werkten toen vaak met de zend/ontvanger RT 3600. Zie onderstaande url:
https://www.pa3esy.nl/military/nl/RT-3600/html/rt3600_set.html
Gebruikte modi waren telex, spraak en morse. Uiteraard waren er codeer- en decodeerunits voor de telexverbindingen (vergelijkbaar met RTTY).
Op HF werd FSK (Frequency Shift Keying) in SSB-modus gebruikt. SSB staat voor Single Side Band. De draaggolf en een zijband worden onderdrukt om energie te besparen. Dit vereist minder vermogen en biedt meer bereik. Meer uitleg hierover is te vinden op:
RTTY - Radio TeleTYpe - PD3RFR
Een bericht werd ingetypt in een telex en ging, indien nodig, door een codeerunit. Daarna werd dit signaal naar de kortegolfzender gestuurd. Het radiosignaal werd vervolgens naar de antenne gestuurd.
Tussen de zender en antennes werden antennetuners gebruikt om de zendontvangers aan te passen aan de antennes. Deze bestonden uit een rolspoel en een aantal variabele condensatoren, die door elektromotoren werden bewogen. Hierachter stond een SWR/vermogensbrug. Een automatische besturing zorgde ervoor dat de antennetuner optimaal werd ingesteld.
Als antennes werden staaf- en draadantennes gebruikt voor de kortegolf. Soms zorgde “Troposcatter” (oftewel reflectie in de ionosfeer) ervoor dat het signaal over een langere afstand het ontvangststation bereikte.
Bij ontvangst werden de berichten, indien nodig, gedecodeerd en door een printer uitgeprint, waarna ze verder werden verwerkt.
Reparaties:
Omdat de radiospullen intensief werden gebruikt, onder andere bij oefeningen, moesten er regelmatig zaken worden hersteld. Er waren specifieke testunits waarmee, volgens een testprotocol, kon worden gelokaliseerd waar de fout zat en welke unit vervangen moest worden. Op een andere plaats werden die modules dan gerepareerd.
In principe repareerde de herstelcompagnie alles zelf, behalve de codeer- en decodeerunits. Deze mochten we niet openmaken of repareren vanwege geheimhouding.
Soms waren er problemen met connectoren, kabels of bijvoorbeeld de eindtransistor van een zender.
Conclusie:
Het moet gezegd worden dat defensie je ruimte gaf om je als radiotechneut te ontwikkelen. Zeker niet de meest beroerde werkgever van Nederland, voor zover ik heb gehoord. De Verbindingsdienst was en is een belangrijk onderdeel van het Nederlandse leger. Zonder goede communicatie is er geen goede samenwerking tussen de legereenheden. Onderhoud en herstel van de apparatuur was essentieel om alles functioneel te houden. Dit was overigens niet alleen om oorlogsacties te ondersteunen, maar zeker ook voor civiele hulpverlenende acties. Op internet is uiteraard meer te vinden over dit defensieonderdeel.
Dank aan de persoon die daar in defensie gediend heeft en dit artikel heeft geschreven...