WESTKAPELLE ''-piediiediiepie diiediiediie piepiediiediiepie'', klonk het zaterdag in de kleine vuurtoren aan de Westkapelse kust. Tijdens Lighthouse Weekend praten vuurtorens met elkaar.
Jan Tissink en Piet van Veen uit Vlissingen verstaan morse-code als een ander Nederlands verstaat.
Waar een ander een eindeloze stroom piepjes hoort, daar horen zij direct dat ze met een Franse zendamateur te maken hebben.
Sterker nog, eentje die slordig seint. ''Een plakker noemen we dat'', legde Tissink uit.
''Dat zeggen we wanneer niet helemaal duidelijk is waar de ene letter begint en de andere ophoudt.''
De omstandigheden waren niet ideaal vandaag maar er waren toch al met Tsjechen, Duitsers en Fransen contact gemaakt.
''Ook met twee andere vuurtorens, dat was dit weekend eigenlijk de bedoeling he?''
Bijna bovenin het Lage Licht, zoals de kleine metalen vuurtoren bij Westkapelle heet, communicerden andere zendamateurs met de microfoon. ''Hier het Polderhuis'',
klonk het aan de andere kant.
Bij museum Het Polderhuis zat Dan de Bruijn.
Hij maakte er vanuit zijn landrover radiocontact met de twee Westkapelse vuurtorens.
De Bruijn draagde een logo van Delta Radio Communicatie Ondersteuning
DCRO op zijn vest.
''De
DCRO kan in geval van nood, als alle andere netwerken uitvallen, toch voor communicatie zorgen.''
Schijnbaar ouderwetse techniek als radiozenders en morse-code is volgens De Bruijn nog steeds actueel.
Een accu, een zendontvanger en een antenne. Meer heb je niet nodig om contact te maken.
Het belang hebben we in 1953 wel geleerd.
Bron, het onderstaande PZC artikel:
Op morse-code kun je altijd terugvallen.
Veel succes bij het eerstkomende Lighthouse Weekeinde!